Als je water verwarmt zie je bubbels komen.
Op het moment dat het water zo warm is dat de bubbels het wateroppervlak bereiken dan kookt het water.
De temperatuur die het water dan heeft is het kookpunt.
Iedere stof heeft zijn eigen kookpunt:
water = 100°C , Propaan = −42 °C, alcohol= 78 °C lood=1740 °C. Het kookpunt is een belangrijke stofeigenschap.